Stichting Aanpak Verlegenheid Enz. (SAVE)
Er wordt naar gestreefd deze website voortdurend actueel te maken.
Lettertype te groot? Ctrl. - (min), te klein? Ctrl +
Therapieën
Samenvatting: De directieve therapie geeft vele aanknopingspunten voor zelfhulp.
Directieve therapie
De
methode van prof. Henk van der Molen in "Aan verlegenheid valt iets te
doen, een cursus in plaats van
therapie", afgeleid van zijn cum laude verdedigde dissertatie, is
geheel toegespitst op
verlegenheid. Praktisch alle elementen in de cursus van de heer Van der
Molen zijn overgenomen in de VVM-cursus, nadat ze voor zelfhulp
werden aangepast. Deze methode vertoont geheel
toevallig op meerdere punten een overeenkomst met de directieve
therapie van Kees van der Velden: zij nemen allebei als
uitgangspunt actie; de hulp is in beide gevallen "directief". Alleen
gaat genoemd boek van Van der Molen uitsluitend over verlegenheid (er zijn talloze boeken van zijn hand verschenen over andere onderwerpen dan verlegenheid ). De heer Van der Molen is
psycholoog, geen therapeut, hoewel van hem is het boek
"Psychologische gespreksvoering", een handboek voor hulpverleners. Zie de pagina Literatuur (2e titel).
Van
der Molen heeft een cursus voor verlegen mensen geschreven
ten behoeve van planmatige actie en oefeningen. Van der Velden
(nu verbonden aan een universiteit, een betere therapeut had ik niet
kunnen treffen)
gebruikt op de patiënt toe te snijden middelen en technieken om
actie
te stimuleren. Alle hieronder te noemen uitgangspunten van de
directieve therapie zijn op een of andere wijze (bewerkt) verwerkt in de
handleiding voor de basiscursus van de VVM, zoals (in willekeurige volgorde):
1. het paradoxale advies (om barrieres te slechten),
2. de zelfperceptietheorie (eerst doen en uit de
resultaten van de actie het (positieve) zelfbeeld vormen),
3. positief etiketteren (een probleem in een gunstig daglicht stellen als een goede basis voor verbetering),
4. zelfrespect en behoefte aan autonomie benutten,
5. vrijheid onderstrepen,
6. nadere informatie verstrekken,
7. een opdracht als experiment kenmerken,
8. zelfcontroleprocedures adviseren
9. leren beslissingen te nemen (voor- en nadelen opschrijven),
10. timing,
11. eclecticisme (open staan voor andere methoden),
12. exposure (bloot stellen aan het probleem en er zo
aan leren wennen, ook een principe van Van der Molen),
De
handleiding en de zelfhulp-begeleidingsmethode voor de cursus van
de Vereniging van Verlegen Mensen zijn met zeer gunstig resultaat aan prof. Van der Molen voorgelegd.
Voor meer informatie zie de pagina Links
Hieronder een globale persoonlijke kijk op, een schets van de
DIRECTIEVE THERAPIE TEGENOVER NON-DIRECTIEVE THERAPIE
Gedurende jaren heb ik globaal kennis genomen van de
directieve therapie en heb ik me erdoor laten leiden, dus eigenlijk ten slotte als ervaringsdeslundige.
De term directieve therapie wordt vaak begrepen als een
theorie die een aanpak voorstaat tegenovergesteld aan de principes van
non-directieve therapie.
Dit vind ik een onjuiste zienswijze, omdat non-directieve
therapie in zoverre niet bestaat dat elk mens in een gesprek de ander op een of
andere manier beïnvloedt. Van de invloeden zullen beide partijen zich mogelijk
niet altijd bewust zijn. Als je dan toch de ander beïnvloedt, kun je het maar
beter verantwoord, gecontroleerd en bewust doen.
Directieve therapie is mijns inziens de therapie van (de
bewustwording van) de door de patiënt als logisch ervaren, zinvolle
vervolgstap. “Logisch” hier niet in de betekenis van “via helder redeneren tot
stand gekomen” maar passend. De cliënt kan die stap vaak (nog) niet zetten door
te weinig kennis van de mogelijkheden of te weinig vaardigheden of te veel blokkades.
De directieve therapie is niet een therapie waarin de patiënt geadviseerd wordt
welke kant hij op moet, wat hij moet willen. De directieve therapeut helpt hem
wel duidelijk te krijgen wat hij wil, zodanig dat zijn wensen en idealen niet
alleen maar gedachten en woorden blijven, maar ook geconcretiseerd kunnen
worden. Als de patiënt vervolgens vast loopt in de vervolgstappen kan de
therapeut hem adviseren wat hij alvast wel kan doen. Het verleden verwerken
bijvoorbeeld. Barrières opruimen dus, bv. brieven schrijven aan familieleden of
wat dan ook, al naar gelang waar er problemen zijn.
De hoofdredacteur Kees van der Velden van de vierdelige
boekenserie “Directieve therapie” (1977-1992) * heeft eens geschreven, dat
directieve therapie slechts goede therapie beoogt te zijn. Goede therapie is
therapie die werkt. Dan moet die wel eclectisch van aard zijn, d.w.z. open
staan voor beginselen en uitgangspunten uit andere therapieën die doeltreffend
kunnen zijn, aangezien niemand de wijsheid in pacht heeft. Pagina 15 van deel
3: “In directieve therapie geldt dat wat helpt belangrijker is dan wat zou
moeten helpen”. Vooral als een therapeut ook wetenschapper is, zoals de heer
Van der Velden, kan hij natuurlijk ook zelf een aanpak bedenken en uitproberen.
Therapie, ja het hele leven, is te allen tijde een proces
waarin wordt onderzocht of een vorm van actie kan worden ondernomen en zo ja,
hoe (langs welke weg). Ook of juist een besluit nemen tot het ondernemen van
geen actie (“non-directief”) is actie. In deel 3 van “Directieve therapie”
worden de principes van de directieve therapie toegelicht. Soms betekent het
niet geven van directieven op een bepaald gebied, dat wordt ingespeeld op de
behoefte van de patiënt om de weg naar de oplossing van een probleem zelf te
vinden, zodat die weg iets van hemzelf is (autonomie). Dan is er toch een directief,
namelijk: “probeer die weg (voorlopig) zelf te vinden”. Deze directief kan ook
impliciet worden gegeven door voortdurend de richting van het gesprek door de
patiënt te laten bepalen of kan gebruikt worden als een paradoxale opdracht bv.
als de therapeut ervan overtuigd is dat de patiënt die weg niet uit zichzelf
zal vinden.
Ik
zou willen concluderen dat de directieve therapie
overkoepelend en allesomvattend is. De directieve therapeut is in wezen
een
coach en geen vertegenwoordiger van een bepaalde therapiestroming. Ik
denk dat het hier mee te maken heeft, dat Van der Velden zichzelf
lange tijd ondanks zijn grote kwaliteiten gepresenteerd heeft, en misschien nog, als maatschappelijk
werker, een mooie tegenstelling met het metakarakter van directieve therapie.
* Herziene uitgave in één deel verschenen in 2009/2010 (slechts 62,--).